Geen schrik voor paarden op de weg

15 Augustus 2011

In Rotselaar kom je regelmatig paarden tegen op de openbare weg, omdat er geen gescheiden paardenroutes zijn voorzien. Hoe moet je reageren als je een ruiter tegenkomt op de openbare weg? Hoewel het verkeersreglement vrij duidelijk is over dit onderwerp, kennen veel weggebruikers het antwoord op deze vraag niet. De politie zet de belangrijkste regels terzake op en rijtje.Verplichtingen van de andere weggebruikers

Paarden hebben de neiging te vluchten als ze iets naderen dat in hun ogen gevaarlijk is. Dit zelfbeschermingsinstinct is eigen aan alle dieren. Als het ene paard tekenen van angst vertoont, dan gaat het andere het imiteren. Omdat hun berijders hen beletten te vluchten, worden de paarden nog angstiger en bewegen ze bruusk in alle richtingen, of beginnen ze te
steigeren. In het slechtste geval glijden of vallen de ruiters van de op hol geslagen paarden.

Daarom hebben bestuurders bepaalde verplichtingen tegenover ruiters:

  • Elke bestuurder moet meteen vertragen wanneer hij trek-, last- en rijdieren of vee op de openbare weg nadert. Hij moest stoppen indien deze dieren tekenen van angst vertonen.
  • Het is verboden om door lawaai de dieren te doen schrikken het geluid mag de door het technisch reglement opgelegde grens niet overschrijden.
  • Bij het kruisen of het inhalen van paarden doen bestuurders er trouwens goed aan om een voldoende grote zijdelinge afstand te bewaren. Art. 45.5 verplicht bestuurders ook om de nodige maatregelen te nemen om te voorkomen dat de lading en al wat dient om de lading vast te maken, door lawaai de dieren zou doen schrikken.
  • Wettelijk gezien mag de groepsleider op een kruispunt alle paarden in één keer laten oversteken, tot de laatste ruiter voorbij is. Wacht tot alle dienren voorbij zijn, en rij pas dan zelf het kruispunt op.
  • Als verschillende paarden de rijstroken oversteken, moet je ze allemaal tegelijk laten oversteken. Doorbreek nooit een groep paarden (ook niet wanneer er maar twee paarden zijn).

Tips voor wanneer je een paard tegenkomt

Paarden zijn bang van bruuske bewegingen en lawaai. Omdat hun ogen langs weerszijden van hun hoofd ingeplant zijn, hebben paarden een heel breed
gezichtsveld. Een paard merkt bruuske bewegingen en andere bronnen van stress op, die zijn berijder volledig ontgaan. Daarom hou je je best aan volgende regels.

  • Vertraag en hou voldoende afstand bij het kruisen of inhalen van een paard.
  • Stop bij het geringste teken van angst. Blijf zelf kalm en wees geduldig. Je eventuele angst voegt zich bij die van het paard.
  • Vermijd iedere bruuske beweging in de omgeving of bij het naderen van een paard, zelfs al denk je dat je buiten het gezichtveld van het dier bent.
  • Loop of stap niet (verder) in de richting van de paarden.
  • Maak alles wat los hangt vast of hou het vast (bijvoorbeeld een dekzeil).
  • Hou honden aan de leiband.
  • Maak geen of zo weinig mogelijk geluid. Roep niet en verhef evenmin je stem. Zet zeker de autoradio niet te luid en claxonneer in geen geval.

Bron: Via Secura nr. 71 (Tijdschrift van de BIVV, 1/2006)